In de Hofkerk te Oldenzaal werd 13 november jl. de Mr. J.W. Racerprijs uitgereikt aan Guus Goorhuis. Deze onderscheiding, die sinds 2016 periodiek wordt toegekend, eert personen die zich op bijzondere wijze hebben ingezet voor het juridisch, maatschappelijk, (rechts)historisch en/of politiek-bestuurlijk leven in Twente. De plechtigheid werd bijgewoond door een breed gezelschap van juristen, historici, bestuurders, vertegenwoordigers van Twentse instellingen en eerdere laureaten.
Jan Willem Racer: patriot, jurist en grondlegger van historisch bewustzijn
De prijs ontleent haar naam aan de Oldenzaalse advocaat, patriot en rechtsgeleerde Jan Willem Racer (1736–1816), die met grote vasthoudendheid heeft gestreden voor de democratische rechten van de Twentse steden en voor verbetering van het lot van de Twentse boeren. Racer was een gedreven pleitbezorger van de verlichte ideeën van de Nederlandse patriottenbeweging, die ruim tweehonderd jaar geleden de basis legde voor onze huidige parlementaire democratie.
Hij zette zich onder meer in voor het herstel van het jachtrecht voor burgers en voor de afschaffing van de drostendiensten, misstanden die vooral de boerenstand zwaar troffen. Met zijn monumentale achtdelige reeks Overijsselse Gedenkstukken – waarvan ik mij gelukkig prijs dat zij deel uitmaken van mijn eigen bibliotheek – heeft hij een onschatbare basis gelegd voor de geschiedschrijving van het Overijsselse recht.
Racer geduid
Nadat commissaris van de koning Andries Heidema de prijs had uitgereikt, besteedde Guus Goorhuis een belangrijk deel van zijn dankwoord aan het duiden van Jan Willem Racer – zowel in diens eigen tijd als in de onze. In de geest van Racer, die als rechtshistoricus hechtte aan de zorgvuldige vastlegging van documenten en bronnen, pleitte Goorhuis voor een gedegen dissertatie over leven en werk van deze invloedrijke Twentenaar. Daarmee onderstreepte hij nogmaals de blijvende relevantie van Racers gedachtegoed voor het hedendaagse debat over recht, bestuur en burgerrechten.
Een Twentenaar in de geest van Racer
Met de toekenning van de prijs wordt een Twentenaar geëerd die in de geest van Jan Willem Racer een essentiële bijdrage levert aan het behoud en de verspreiding van de regionale geschiedenis: Guus Goorhuis. Hij wordt terecht geroemd om zijn grote betrokkenheid bij de Twentse rechts- en cultuurgeschiedenis, zijn nauwgezette bronnenonderzoek en zijn vermogen om complexe historische kwesties toegankelijk te maken. De jury prees in het bijzonder zijn streven om verleden en heden met elkaar te verbinden – precies datgene waarvoor Racer zich destijds onvermoeibaar heeft ingezet.
“Bewaarn, begriepn en vedan goan”
Het motto dat Guus Goorhuis vaak hanteert – “Bewaarn, begriepn en vedan goan” – vormt een treffende samenvatting van zijn jarenlange inzet voor de Twentse geschiedenis. Door de jaren hebben we bij tijd en wijle contact en mij staat in het bijzonder de publicatie De zaalkerk van Marcellinus ca. 755–900 en Prüm, de basilica: St. Silvester vóór 900–1123 te Oldenzaal helder voor de geest. Over dat werk schroomde Guus niet kritisch te oordelen en schreef mij:
“Mijn conclusie (jij wist dat al veel eerder) is slechts deze: zielig; dit heeft niets meer te maken met serieus onderzoek.”
Juist die scherpzinnigheid, verbonden met zijn grote volharding, heeft hem een bijzonder gerespecteerde plaats binnen het regionale historische onderzoek bezorgd.
Waardering en herinnering
Met de prijs ontving de laureaat naast een oorkonde een bronzen replica van het beeld van Mr. Racer dat sinds 2016 in Oldenzaal staat – een kunstwerk van Eric Claus, dat Racers strijdlust, rechtvaardigheidsgevoel en verbondenheid met Twente symboliseert. De reeks voorgaande winnaars – Matthijs Wanrooij (2016), John van Zuidam (2019) en Jan ten Hove (2022) – wordt met de toekenning aan Guus Goorhuis op waardige wijze voortgezet.
Met de uitreiking van de Mr. J.W. Racerprijs wordt niet alleen het omvangrijke werk van Guus Goorhuis in het zonnetje gezet, maar wordt tevens het gedachtegoed van Jan Willem Racer levend gehouden. Zo wordt een brug geslagen tussen verleden, heden en toekomst – precies zoals Racer dat beoogde – en zoals de Oldenzaalse burgemeester Patrick Welman in zijn betekenisvolle speech treffend verwoordde.
Het ceremoniële gebeuren - omlijst door de schitterende zang en muziek van het Groote Sociëteitskoor als ook van het Culina Kwartet - werd afgesloten met een samenzijn in de sfeervolle ambiance van de Groote Sociëteit. Een waardige afronding van een m.i. fantastische middag, die geheel in het teken stond van historisch bewustzijn, regionale verbondenheid en het blijvende belang van wetenschappelijk en maatschappelijk engagement.
Martin Paus