Columns
Column Spoor en Hoekman
“Er gaat bijna geen dag voorbij of er staat wel een artikel in de krant over de krapte op de arbeidsmarkt. Een bijkomend gevolg van de huidige arbeidsmarkt is dat je steeds meer discussie ziet over concurrentiebedingen. Hierbij valt op dat er veel werknemers zijn die pas tot de ontdekking komen dat er een concurrentiebeding in hun contract staat, wanneer ze bij een concurrent van de werkgever in dienst willen treden en ook het beeld onder werknemers leeft dat een concurrentiebeding makkelijk opzij kan worden gezet. Niets is echter minder waar.
Doordat er nogal een onvolledig beeld heerst over een concurrentiebeding zie je in de praktijk vaak dat er discussie ontstaat over het concurrentiebeding wanneer een werknemer zijn baan al heeft opgezegd en een nieuwe baan heeft aanvaard bij een concurrent. Dit is zeker niet zonder risico, nu er op overtreding van een concurrentiebeding vaak een forse contractuele boete staat die al snel tot in de duizenden Euro’s kan oplopen. Wanneer er een concurrentiebeding is en een werknemer wil van baan wisselen, is het dan ook vaak zorg om overleg te zoeken met de huidige werkgever in plaats van het erop aan laten komen. De ervaring leert dat in goed overleg vaak veel mogelijk is.
Wanneer dit overleg echter nergens op uitloopt, is het ook mogelijk om voor het opzeggen van de arbeidsovereenkomst in een kort geding een concurrentiebeding van tafel te krijgen. Een rechter zal dan een belangenafweging maken, waarbij aan de kant van de werknemer vaak wordt gekeken of deze zich significant kan verbeteren bij de nieuwe werkgever en ook omstandigheden, zoals een kortere reistijd, kunnen hierbij een rol spelen. Dit belang wordt afgezet tegen het belang van de werkgever, waarbij overigens de krapte op de arbeidsmarkt, waardoor er mogelijk niet snel ander personeel kan worden gevonden, geen enkele rol speelt. Het zwaartepunt van het belang van de werkgever ligt puur in de omstandigheid of een werknemer beschikt over concurrentiegevoelige informatie. Het wil overigens ook nog wel eens voorkomen dat gedurende een kort geding procedure het alsnog lukt om in onderling overleg tot een voor beide partijen acceptabele regeling te komen.
In de huidige arbeidsmarkt, waarbij er van alle kanten aan personeel wordt getrokken, is het dan ook voor een werknemer en werkgever zorg om goed stil te staan bij een concurrentiebeding en de mogelijke gevolgen van zo’n beding wanneer je als werknemer ergens anders aan de slag wilt gaan. Van belang is ook om hier op tijd bij stil te staan en in de meeste gevallen is het voor een werknemer verstandig om in overleg met de werkgever te treden om op deze manier hoge boetes en de onzekerheid van een procedure te voorkomen.”