Uitgaan & Cultuur

Openbare avond van de Vereniging Heemkunde groot succes

ROSSUM - De grote zaal in kultuurhus ‘de Cocer’ was met honderddertig bezoekers tot aan de laatste stoel bezet voor de lezing van de gebroeders Weusthof. Onderwerp van de lezing was het ontstaan en de ontwikkeling van de bebouwde kom van Rossum.

De lezing was opgebouwd in vier delen. Het eerste deel behandelt de situatie in 1841, het jaar dat als vertrekpunt was gekozen. In 1841 werd namelijk de vorige kerk van Rossum ingewijd door de aartsbisschop. Die kerk, een zogenaamde waterstaatskerk, stond op erve Tijman. Erve Tijman was één van de eenentwintig gewaarde erven die in de Marke Rossum lagen. Van een bebouwde kom was in 1841 nog geen sprake. Naast de kerk stond een kleine winkel annex tapperij op erve Tijman en richting Ootmarsum stond op de Markegrens tussen Rossum en Volthe sinds 1811 een lagere school.

Het tweede deel liet de ontwikkeling van de bebouwde kom zien in de periode 1841 – 1907. In deze periode vestigden zich winkeliers als Brevink en Vos in Rossum.  Van heel groot belang in deze periode is het aanstellen van meester Herman Plegt als hoofd van de lagere school in 1876. Herman Plegt is de meest invloedrijke en belangrijke inwoner die het dorp ooit heeft gekend. Hij stond aan de basis van drie coöperaties. De Boerenbond (1892), zuivelfabriek ‘De Eendracht’ (1894) en de Boerenleenbank (1909) werden door zijn inzet opgericht, hij was steeds de eerste voorzitter. Ook kwam er door zijn invloed een nieuwe lagere school en werd de verharde weg van Oldenzaal naar Ootmarsum dwars door Rossum aangelegd. Als lid van de Gemeenteraad en Provinciale Staten had Herman Plegt grote invloed.

Het derde deel start in 1907 met de aankoop van Erve Tijman (30 ha.) door het kerkbestuur. De kerk kreeg toestemming van de aartsbisschop om Erve Tijman te kopen onder de voorwaarde dat de grond die men zelf niet nodig had weer zou verkopen. In twee veilingen werd in 1907 en 1908 daarom zo’n 25 ha. verkocht aan diverse particulieren en boeren. Dit maakte het mogelijk dat er langzaam maar zeker woningen met vaak een winkel of bedrijf werden gebouwd in het dorp. Voorbeelden zijn Ossenvoort, Hutten, bakker Weusthof, Veld, Hamse en Brevink-Bosch. In de jaren twintig en dertig ontwikkelde het verenigingsleven zich in het dorp en de bouw van het St. Henricusgebouw en het K.J.V.-huis zijn hierdoor logisch te verklaren. In 1941 wordt de huidige Plechelmuskerk ingewijd en wordt de oude afgebroken.

Het vierde en laatste deel van de lezing behandelt de ontwikkeling van het dorp na de Tweede Wereldoorlog. In een veel hoger tempo dan voorheen worden woningen gebouwd waarbij niet meer gedacht wordt in individuele woningen maar in wijken.  In de jaren zestig is de Oranjebuurt met zo’n honderd woningen de eerste nieuwbouwwijk van het dorp. Het winkelbestand nam in die jaren ook sterk toe. Rossum beschikte in die tijd over maar liefst vijf kruidenierszaken, een kledingwinkel, een slagerij, een warenhuis, een meubelzaak en noem maar op. Met de sloop van de zuivelfabriek en de ABTB verdween veel werkgelegenheid uit het dorp. Kenmerkend voor de ontwikkeling van het dorp is dat de woonfunctie steeds belangrijker wordt en de werkfunctie steeds minder belangrijk. Het aantal winkels is sterk gedaald maar de bouw van nieuwe woningen zette gestaag door. De aanleg van de rondweg draagt enorm bij aan de veiligheid van het dorp en heeft de ontwikkeling van een bedrijventerrein (de Wiekermaat) en een woonwijk (de Schil) mogelijk gemaakt. Met de komst van een prachtige, nieuwe basisschool, een kultuurhus en een nieuw sportcomplex beschikt Rossum over uitstekende voorzieningen. Als aan het eind van het jaar 2023 het vernieuwde Thijplein klaar is mag Rossum absoluut gezien worden.

De gebroeders Henk en Hans Weusthof hadden er voor gekozen om tijdens de lezing vooral veel foto’s te laten zien.  Aan de hand van honderdtwintig dia’s met meer dan honderdvijftig foto’s vertelden ze op een boeiende manier over ruim honderdtachtig jaar geschiedenis van het dorp Rossum.

In de komende edities van het kwartaalblad ‘Oet de Boerschopn’ van de Vereniging Oalde Gemeente Weersel zal het verhaal in zijn geheel worden gepubliceerd.

Ine Flinkers