Columns
De droeve reis van het boek: van gekoesterde kennis naar de container
BOEKENNIEUWS: Antiquariaat Schuhmacher, Amsterdam
Boeken zijn meer dan papier en inkt. Ze zijn dragers van herinnering, tijd en cultuur. Ze ademen de geest van hun auteurs, de bezieling van hun lezers, en de liefde van wie ze verzamelen, doorgeven of eenvoudigweg koesteren. Mijn band met boeken is diep en veelzijdig: ik ben lezer, verzamelaar, schenker - en soms rouwende getuige van hun ondergang. Die ondergang kent vele gedaanten. Soms subtiel, soms abrupt. Soms met een zachte zucht, soms met de harde klap van een containerdeksel.
Onlangs schreef ik een artikel over Erik Kappelhoff, voormalig eigenaar van antiquariaat Kruimeltje in Enschede, die helaas is overleden. Zijn winkel was jarenlang een toevluchtsoord voor boekenliefhebbers in Twente. In 1997 schonk ik Erik een exemplaar van mijn boek over de Tubbergse schrijfster Marie Koopmans, met de opdracht:
“Tubbergen, 15 juni 1997. Voor Kruimel – Twente bezit toch een fantastisch antiquariaat, met veel (streek)boeken en een open deur voor iedereen. Bewijs van grote klasse. Martin Paus.”
Op 22 augustus jl. – ruim 28 jaar later – kreeg ik dat boek terug van boekenliefhebber Jan Bunte uit Reutum. Hij had mijn artikel in Op en rond de Essen gelezen en verraste me met de mededeling dat hij het uit de collectie van Kappelhoff had gehaald. Hij meldde:
“Het komt uit zijn bibliotheek, in zijn woning. Ik mocht er als eerste bij.”
En zo begon dit boek aan een onverwachte terugreis, maar het kan ook anders aflopen wanneer een antiquaar overlijdt.
Schrijnend was het om tijdens mijn bezoek aan Sail Amsterdam te zien dat er aan de Geldersekade, voor het gesloten antiquariaat van Wilma Schuhmacher, een grote container stond — boordevol boeken. Het was een onthutsend beeld: een afsluitend hoofdstuk van een leven gewijd aan boekencultuur, afgedankt op straat. Wilma, 97 jaar oud, was begin dit jaar overleden. Haar zaak - jarenlang een vaste waarde in Amsterdam – had haar deuren voorgoed gesloten.
Ik kocht er ooit menig boek, onder andere van Dr. Schaepman. Nu lagen er vergelijkbare werken in de container. Zo ook vele tijdschriften uit het begin van de vorige eeuw. Uitgaven als Den Gulden Winckel, een geïllustreerd maandschrift voor boekenvrienden; Roeping, maandschrift voor verdieping van leven en schoonheid; Groot Nederland, een letterkundig maandschrift; Dietsche Warande & Belfort etc. Vele boeken vol taal, tijd en toewijding — nu bedolven onder roet, stof en rattenkeutels.
Het tafereel raakte me diep. Tussen de stapels bladerden buurtbewoners, voorbijgangers, kenners – op zoek naar iets bijzonders. Een verloren parel misschien. Of gewoon een herinnering. Op AT5 gaf Paul Dijstelberge, beheerder van deze collectie, zijn visie:
“Het is voor de gemiddelde Nederlander erg schokkend, maar eigenlijk zijn het geen boeken meer. Ik vind het gewoon oud papier.”
Misschien heeft hij gelijk. Misschien hebben tijd, vocht en verwaarlozing deze boeken tot afval gemaakt. Maar in mijn ogen zijn ze méér: ze zijn een spiegel van onze omgang met cultuur. Ze laten zien hoe fragiel datgene is wat wij als 'waardevol' beschouwen. Als niemand zich over boeken ontfermt, verdwijnen ze geruisloos uit het collectieve geheugen. Niet alleen als voorwerpen, maar ook als dragers van betekenis.
Toch blijf ik geloven dat boeken méér zijn dan de som van hun pagina’s. Dat er altijd mensen zullen blijven die de waarde herkennen - zelfs wanneer het papier vergeeld is en de kaft beschimmeld. Mensen zoals Erik. Zoals Wilma. En zoals Jan, die mijn boek uit de vergetelheid haalde. Boeken verdienen die aandacht. En wij verdienen boeken. Want zolang er mensen zijn die zoeken, lezen en delen, is geen enkel boek ooit écht verloren.
Martin Paus